Adoptiegemeente-zijn

Waarom?
De uitzending van een zendingswerker vanuit de eigen (zendende) gemeente maakt het zendingswerk heel concreet, ook vanwege het contact dat de werker houdt met de gemeente.
Een gemeente die geen eigen leden heeft die zijn uitgezonden, kan door middel van adoptie dezelfde concretisering in de eigen gemeente realiseren.

Wat is het?
Gemeenten die geen eigen zendingswerker hebben, worden verbonden aan een van de zendingswerkers van ZG

Hoe ver gaat het?
De meest vergaande vorm van adoptie is dat een werker zowel financieel als qua betrokkenheid wordt gesteund door een (aantal) gemeente(n). Een minder vergaande vorm is
dat (een) gemeente(n) nauwer worden betrokken bij een werker door met de werker over en weer te corresponderen, voor hem/haar te bidden en op deze wijze mee te leven.
ZGG kiest niet voor de eerste variant, waarbij de adoptiegemeente ook een financiële verantwoordelijkheid op zich neemt. Het doel van adoptie van een zendingswerker is wat ZGG
betreft gelegen in het vergroten van de betrokkenheid op zendingswerk.

Wat houdt het in?
Van de adoptiegemeente wordt verwacht om in contact te blijven met de zendingswerker en vice versa. Dit komt samenvattend op het volgende neer:

1. Gebed – De gemeente draagt de zendingswerker op in het gebed (individueel en tijdens de eredienst) en de werker denkt in zijn/haar gebeden aan de gemeente.
2. Correspondentie – De rondzendbrief die de werker schrijft, wordt ook naar de adoptiegemeente verzonden, zodat deze gepubliceerd kan worden in de kerkbode. Er kunnen naast de rondzendbrief ook korte stukjes worden gepubliceerd in de kerkbode. Dit laatste is echter optioneel. De gemeente stuurt post naar de werker; in ieder geval bij verjaardagen en met kerst.
3. Voorlichting – De werker geeft tijdens het verlof voorlichting in de adoptiegemeente.

Valkuilen
De zendingswerker heeft een zendende gemeente, waar een thuisfrontcommissie (TFC) is opgericht. Het is niet de bedoeling dat de adoptiegemeente taken van de zendende gemeente
en de TFC overneemt. In overleg met de zendende gemeente en de TFC is het uiteraard wel mogelijk om te ondersteunen. De adoptiegemeente kan bijvoorbeeld over een leegstaande
pastorie beschikken waar de zendingswerker op verlof mag verblijven. Uitgangspunt is dat de adoptiegemeente altijd overleg voert met de zendende gemeente/TFC om dingen af te
stemmen.

Is het iets exclusiefs?
Een zendingswerker mag maximaal twee adoptiegemeenten hebben. Er moet tijdens een verlof ook tijd zijn om gemeenten te bezoeken die geen zendende of adoptiegemeente zijn van
de betreffende werker.

Hoe kun je het aanvragen?
Informatie over een eventuele adoptie kunt u aanvragen bij de voorlichter van ZGG, Frans van Grol. Het is belangrijk dat de PZC de aanvraag bespreekt met de kerkenraad. Na goedkeuring
door de kerkenraad wordt een kennismakingsbijeenkomst tussen de werker en de gemeente gerealiseerd.

Wanneer stopt het?
Wanneer de zendingswerker repatrieert, organiseert de adoptiegemeente een afsluitende bijeenkomst. Tussentijds kan zowel ZGG als de kerkenraad van de adoptiegemeente besluiten
de relatie te beëindigen.